Zo voorkom je dat je kindje later moeite heeft met relaties aangaan
Het is de diepste wens van iedere ouder: als mijn kindje later maar wel veel vriendjes heeft op school. Of: als hij straks nou maar een fijne relatie heeft. Of: ik hoop maar dat mijn kind als hij volwassen is een leuke baan vindt, waar hij gelukkig in is.
Wist je dat je hier al vanaf het allereerste begin jouw steentje aan kunt bijdragen?
Het is nog steeds een taboe
Als je mama bent geworden ‘hoor’ je gelukkig te zijn. ‘Hoor’ je een allesoverheersendende liefde voor je kindje te voelen. Je ‘hoort’ niets anders meer te wensen dan dat, want je mag toch in je handjes knijpen dat je een gezond kindje hebt gekregen.
Het aparte is, dát je je ook vaak gelukkig en dankbaar voelt, maar dat is by far niet het hele verhaal.
Want het grootste taboe is dat je het ook af en toe niet leuk vindt. Je kan nóg zo veel van je kindje houden, maar als je ’s nachts om 03.00 uur je bed uit moet omdat je kindje honger heeft, dan is het toch logisch dat het uit je tenen moet komen? Dan strompel je met moeite je bed uit, voel je je beroerd, vooral ook, omdat dit al die andere nachten daarvoor ook al zo was.
Dus je wisselt de geluksmomenten af met gedoe, met het niet leuk vinden. En dat is normaal. Je hoeft je niet te schamen omdat je even niet zo gelukkig was. Of omdat je het even niet meer zo zag zitten. Iedere nacht twee keer je bed uit. Terwijl je overdag ook al voortdurend bezig bent. Als je dan nog steeds iedere nacht fluitend en huppelend van geluk je bed uit sprong om je kindje te gaan voeden, dan zou je de eerste zijn.
Dat is zelfs zo zwaar dat recent onderzoek uitwijst dat 13% van de ouders spijt heeft van het ouderschap. Dat lijkt misschien heftig, maar als jouw kindje toevallig heel veel huilt, dan gaat dat niet in je kouwe kleren zitten. Dat kost bakken energie en je maakt je veel zorgen (want: dit is toch niet normaal en wat is er nou toch met hem aan de hand?) en je zenuwen worden tot het uiterste getriggerd. Je kunt er wanhopig van worden.
Dus als je dan zegt: waar ben ik aan begonnen? Het zou toch leuk worden? Dan kan ik me wel voorstellen dat je misschien stiekem spijt hebt. Wat je natuurlijk niet hardop zegt, want 'je moet dankbaar zijn met een gezond kindje'.
Wat belangrijk is om je te realiseren dat het allemaal zegt niets over de liefde voor je kindje. Je kunt zielsveel van je kindje houden, maar toch denken: waar ben ik in vredesnaam aan begonnen.
Eerst de cijfers
Eerst even nog een aantal belangrijke cijfers; deze komen uit onderzoek van het Nederlands Jeugd Instituut:
- 20% van de moeders heeft na 3 jaar nog steeds negatieve gevoelens over de bevalling
- 15% van de moeders heeft in het kraambed last van depressieve gevoelens
- 10-15% ontwikkelt een postnatale depressie
- 60% van de pas bevallen moeders heeft geen idee waar ze met vragen terecht kan
- suïcide is doodsoorzaak nr. 1 onder vrouwen in het eerste jaar na de bevalling
- 80% van de zwangeren wil meer informatie over de periode na de bevalling (dus niet alleen het mooie plaatje)
Als je als mama niet goed in je vel zit en je jezelf amper op de been kunt houden, dan is het logisch dat je er niet helemaal kan zijn voor je kindje.
Dat is de reden waarom wij nog extra kraamzorg geven na de kraamtijd, een cursus hebben gemaakt voor de eerste paar maanden. Dat geeft houvast, steun, kennis, inzicht. Waardoor je beter in je vel komt.
Een baby kan niet voor zichzelf zorgen, die is aangewezen op zijn ouders en in het begin vooral op mama.
Disclaimer: als jij hiervan schrikt, omdat je momenteel niet goed in je vel zit en merkt dat je daardoor niet alle aandacht en zorg aan je kindje kan geven, denk dan nu niet gelijk dat het daarom helemaal fout gaat met de toekomst van je kindje. En dat dat dan jouw schuld is. Je kunt er niets aan doen als je een depressie krijgt. Dat is niet jouw schuld.
Gelukkig is er veel aan een postnatale depressie te doen. Je geneest ervan en je gaat je weer gezond en stabiel voelen. Wat je daarvoor nodig hebt is simpel: op tijd aan de bel trekken bij je huisarts. Want hoelang een depressie duurt is mede afhankelijk van een tijdige en adequate begeleiding. Als je probeert een depressie te negeren of er mee te leven, dan kan het veel langer gaan duren.
Twijfel je? Ga naar je huisarts. Daarmee zet je de belangrijkste en beste stap. Die ook heel goed is voor je kindje. Want jij zorgt voor jezelf. En daarmee dus ook voor je kindje.
De eerste 1000 dagen
In Engeland zijn ze in 2014 gestart met het manifest 1001 Critical Days en hebben daar een politiek agendapunt van gemaakt. Hier in Nederland zijn we inmiddels ook zover. Deze eerste 1000 dagen zijn cruciaal voor het verdere leven van je kindje, dat blijkt uit verschillende wetenschappelijke onderzoeken.
De eerste 1000 dagen van het leven van je kindje beginnen vanaf de conceptie en lopen tot je kindje twee jaar is. In deze periode worden per seconde een miljoen nieuwe verbindingen in de hersenen gemaakt.
Hoe veiliger en hoe beter een kindje zich in deze periode kan hechten aan zijn ouders, des te groter is de kans dat hij zich positief en stabiel ontwikkelt.
Daarvoor heb je ouders nodig die emotioneel beschikbaar, bereikbaar en betrokken zijn. Opgroeien in een huis vol spanning is niet goed voor de ontwikkeling van een kindje en ondermijnt zowel een veilige hechting als het opbouwen van een stevig zelfbeeld.
Wat is 'veilige hechting'?
Hechting is een proces van interactie tussen jullie en je kindje, dat leidt tot een duurzame affectieve relatie. Dit proces vindt plaats in de eerste levensjaren. Het is cruciaal onderdeel van je ontwikkeling en bepaalt hoe jij je identiteit als mens vormt.
Er zijn vier typen hechtingsstijlen:
Type A: onveilig-vermijdend gehecht
Dan heb je je gehechtheid geminimaliseerd, omdat je ervaren hebt dat je vader of moeder relatief vaak afwijzend, zakelijk of weinig gevoelig is. Je gaat je ouders negeren of vermijden en gedraagt je zelfstandig.
Type B: veilig gehecht
In dat geval is er een goede balans tussen nieuwe dingen ontdekken en gehechtheidsgedrag. Je durft nieuwe taken aan te gaan, je bent angstig als je papa of mama uit het zicht is en je zoekt direct toenadering als ze terugkomen. En daarna durf je weer verder te ontdekken. Papa en mama zijn sensitief, coöperatief en toegankelijk.
Type C: onveilig-afwerend gehecht
Dan zoek je juist heel veel toenadering bij je ouders en ben je weinig geneigd om zelfstandig activiteiten uit te voeren. De afwezigheid van mama of papa leidt tot angst, en je reageert boos en verontwaardigd bij hun terugkeer. De ouders zijn vaak inconsequent sensitief, onvoorspelbaar en afwezig op cruciale momenten.
Type D: gedesorganiseerd gehecht
Je gedrag heeft kenmerken van hechtingstype A en C. Enerzijds zoek je toenadering tot papa en mama, terwijl dat tegelijkertijd stress en angst oplevert. De omgang met je ouders is vaak inconsequent geweest en onvoorspelbaar, terwijl ook vaak sprake is van trauma’s of andere ingrijpende gebeurtenissen.
Hoe zorg je voor veilige hechting van je kindje?
Wat je natuurlijk wil voor je kindje is dat hij of zij veilig gehecht opgroeit. Daarvoor is het belangrijk dat je gevoelig bent voor de signalen die je kindje afgeeft. Bijvoorbeeld door hem te troosten als hij huilt, door hem proberen te begrijpen en te voorzien in z’n behoefte (eten, verzorging, knuffelen, slapen etc.).
Daarnaast is het voor veilige hechting belangrijk dat je de autonomie van je kindje respecteert en dat je hem steun en structuur biedt. In grote lijn kun je de autonomie van je kindje zien als de vorming van zijn of haar identiteit. Dat betekent dat je kindje zich kan ontwikkelen als degene die hij wil en kan zijn. Als hij net geboren is, dan gaat het natuurlijk nog niet om identiteitsvorming maar veel meer om reflexen.
Een simpel voorbeeld: als je kindje moe is en jij ziet zijn behoefte om te slapen en legt ‘m lekker in z’n wiegje of bedje, dan respecteer je de autonomie van je kindje. Als opa en oma dan een kwartiertje later komen en jij maakt je kindje weer wakker, omdat opa en oma hem zo graag even willen vasthouden en knuffelen, dan respecteer je de autonomie (de behoefte van je kindje) dus niet.
En dat geldt ook voor hongersignalen. Je kindje geeft aan wat hij nodig heeft, dus luister daarnaar. En als je die hongersignalen of vermoeidheidssignalen nog niet zo goed herkent, dan is dat echt niet erg. Maar ga ze dan leren kennen, ga je erin verdiepen. Observeer je kindje en probeer uit; zo kom je erachter of je hem gaat leren begrijpen.
Naarmate je kindje zich verder ontwikkelt, ga je hem ook meer zelfstandig laten. Bijvoorbeeld bij het spelen. Probeert hij steeds om te rollen, laat dat dan lekker gaan. Zorg dat je het op afstandje in de gaten houdt, maar geef hem dat vertrouwen om dit zelf te mogen leren.
Daarnaast is structuur nodig. Een kindje heeft voorspelbaarheid nodig, want dat geeft hem vertrouwen. Dus breng structuur aan. De ouderwetse 3 R-en zijn daarvoor nog steeds ontzettend goed te gebruiken. Rust, Reinheid en Regelmaat.
Aan de ene kant benader je je kindje met een houding van: kom maar (kom maar bij mama of papa, wij zijn er voor je). Want je kindje heeft het nodig dat je hem of haar beschermt, troost, van hem geniet, verwelkomt en zijn of haar gevoelens benoemt.
En aan de andere kant benader je je kindje met een houding van: toe maar (zo van: doe het maar, je kan het, wij zijn er om je te steunen). Want hij of zij heeft het nodig dat je hem helpt bij het ontdekken van zowel de buiten- als de binnenwereld, dat je op hem of haar let, helpt, met hem of haar mee geniet en benoemt.
Wat je daarmee doet, is voldoen aan de behoefte van je kindje. Er voor hem of haar zijn. Wat helpt is dat je je kindje gaat leren kennen. Dan snap je welke signalen hij of zij geeft, zodat je er ook daadwerkelijk op in kunt springen.
In je kraamtijd leer je de basis van je kraamverzorgende. Zij laat je zien wat je kindje nodig heeft, hoe je hem kunt ‘lezen’, welke huiltjes er zijn etc.. Zo leer je wat er aan de hand zou kunnen zijn.
Na de kraamtijd ga je daarop door. Tijd en aandacht besteden aan het leren kennen van je kindje. Gewoon door goed te observeren en uit te proberen wat werkt en wat niet werkt.
Het effect van veilige hechting
Uit weer een ander onderzoek blijkt dat er een verband is tussen de kwaliteit van de gehechtheidsrelatie op jonge leeftijd en de manier waarop je kind later omgaat met leeftijdsgenoten en in staat is vriendschappen op te bouwen.
Ook de manier waarop je kindje later met stressvolle situaties en gebeurtenissen kan omgaan (coping) houdt verband met de kwaliteit van de gehechtheid op jonge leeftijd.
Er zijn zelfs positieve verbanden aangetoond tussen de kwaliteit van de gehechtheidsrelatie en cognitieve vaardigheden en taalvaardigheden.
Een veilige hechting op jonge leeftijd heeft dus 3 belangrijke gevolgen voor de toekomst van je kindje:
- je kindje kan later betere relaties en vriendschappen opbouwen
- je kindje kan beter met stressvolle situaties en gebeurtenissen omgaan
- je kindje heeft mogelijk betere cognitieve vaardigheden en taalvaardigheden (kan dus makkelijker leren)
Meer weten?
Als je nu stap voor stap hiermee aan de slag wil, dan is onze cursus HappyMom iets voor jou. Alle belangrijkste aspecten snel en compleet bij elkaar in 8 korte video’s met bonusmateriaal. Praktisch, concreet en direct toepasbaar.
Veugel je het liever zelf uit? Dat kan net zo goed, maar kost gewoon wat meer tijd en moeite.