Waarom je je kraamtranen moet laten stromen

Vooraf verwacht je een roze wolk.

En dan ineens ... een paar dagen na de bevalling, nét als je denkt dat je een klein beetje begint te wennen aan de nieuwe situatie, moet je huilen.

Om niets. Vaak. Bijna een hele dag achter elkaar. Of misschien wel twee dagen.

Je voelt je gespannen, geprikkeld, moe. 

Maar wacht: deze tranen hebben niets met verdriet te maken.

Kraamtranen zijn er niet voor niets. 

In dit blog geven we je inzicht hoe het nou precies zit met die hormonen en waarom we moeten huilen in de kraamtijd, ergens tussen de 3e en 5e dag na de bevalling (overigens: het is een natuurlijk proces, dus de klok valt er niet op gelijk te zetten). 

Op het moment dat je placenta geboren wordt, dus nadat je kindje geboren wordt, dan verlies je onmiddellijk alle hormonen die in je zwangerschap nou juist allemaal zijn opgebouwd. 

Stel dat je opgebouwde hormonen tot boven 100 waren, dan gaan ze nu, na de geboorte van de placenta, naar beneden, tot ver onder 0.

Je lijf heeft dan een tekort. Je zou dus kunnen zeggen dat het een natuurlijke reactie van je lichaam is, om na een paar dagen te gaan huilen. Dat zijn de kraamtranen. Of de baby blues.

Door te gaan huilen accepteert je lijf als het ware dat tekort van die hormonen. Waardoor de boel weer stabiliseert en in evenwicht komt. Eerst schommelt het nog en dan langzaam maar zeker ontstaat er evenwicht. 

Je verzetten tegen de kraamtranen is niet raar. Want wie houdt er nou van een hele dag huilen terwijl je net het liefste baby'tje hebt gekregen wat je maar zou kunnen wensen. Toch is het beter om ze te laten stromen.

Want door je tegen die huilbuien te verzetten maak je het eigenlijk alleen maar lastiger voor jezelf.

Meer weten? Meld je aan voor HappyMom, het video programma voor mama's die meer willen weten over die eerste pittige, maar onvergetelijke tijd met hun kindje.